Poëtische vensters op Jheronimus Bosch
De initiatiefneemster verdiepte zich in leven, thematiek en beeldtaal van de geniale schilder. Kijkend naar het werk van Jheronimus Bosch trad ze in de fascinerende wereld, waarin zijn ongebreidelde fantasie ons meevoert naar de sombere tijdgeest van de late Middeleeuwen. De mens lijkt daarin stuurloos op drift tussen het vrome enerzijds en het frivole en vileine anderzijds. Gedrochten en demonen, hel en verdoemenis, liggen voortdurend op de loer.
Bosch schilderde niet alleen de belangrijke thema’s van zijn tijd, maar tevens de taal van zijn dagen en talrijk zijn de metaforen waarmee hij zijn taferelen verdichtte.
In haar inleiding tot de bundel noemt Storm van Leeuwen hem daarom een “beelddichter”.
Ze gaat in op zijn thematiek en licht een aantal van zijn zinnebeelden toe.
Uit zijn schilderijen selecteerde ze tal van fragmenten die in hun samenspel een beeld geven van zijn belevingswereld. Niet alleen zelf schreef ze hierbij poëzie, maar ze nodigde tevens Brabantse en Vlaamse collegadichters uit om zich door deze vensters te laten inspireren.
Dertig dichters bewogen door de beeldtaal van Bosch:
Bert Bevers, Lut de Block, Catharina Boer, Frans A. Brocatus, Olaf Douwes Dekker, Maarten van den Elzen, Christina Guirlande, Albert Hagenaars, Bauke van Halem, Kees Hermis, Marijke van Hooff, Joris Iven, Geert De Kockere, Peter Korsman, Marije Kos, Frans Kuipers, Pieter Luykx, Kees van Meel, Jasper Mikkers, Merel Morre, Ronella Moser, Herbert Mouwen, Hannie Rouweler, Els van Stalborch, Pien Storm van Leeuwen, Wim van Til, Rob van Uden, JACE van de Ven, Willem van de Vrande en Victor Vroomkoning.